Maaien

Gemeente Dijk en Waard maait het gras op verschillende momenten en manieren. We hebben velden en bermen met kort gras. Deze houden we kort omdat je er op moet kunnen wandelen of spelen. Of omdat je dan beter overzicht hebt in het verkeer. Daarnaast hebben we velden en bermen met een natuurfunctie. Deze velden en bermen zijn voedsel en schuilplekken voor dieren. Ze bestaan uit lang gras, bloemen en kruiden. We maaien deze stukken minder vaak.  

Het maaien van het korte gras in de wijken start in maart en eindigt ongeveer in september. Hoe vaak we maaien, hangt af van het weer. Het weer bepaalt hoe snel gras groeit. Als het te nat of te droog is, kan het zijn dat we even helemaal niet maaien. Dit voorkomt schade aan het gras. Gemiddeld maaien we grasveld één keer in de 10 dagen. Hierdoor blijft er ook nog ruimte voor lage kruiden zoals klaver en madeliefjes. Dit is mooi en goed voor de biodiversiteit.

Binnen de gemeente hebben wij veel plekken waar wij het gras met bloemen en kruiden hoger laten staan. Hierdoor maken we een geschikte leefomgeving voor veel verschillende diersoorten, dit heet biodiversiteit. In lang gras is voor insecten en kleine zoogdieren namelijk veel meer te vinden dan in kort gras. Denk hierbij aan voedsel en schuilplekken. Het maaien van lang gras, bloemen en kruiden start in april en eindigt in oktober. Deze velden maaien we 1 tot 2 keer per jaar. We maaien op verschillende momenten en manieren. Dit hangt af van de locatie, grondsoort en aanwezige bloemen en kruiden.

Langs de wegen maaien we 2 keer per jaar. Bij (drukke) kruispunten maaien we 3 keer per jaar. Zo hebben weggebruikers goed overzicht op het verkeer.  

Het maaien en ruimen doen wij hier tegelijkertijd. Dit doen we om het verkeer zo min mogelijk te storen en veilig te werken. We maaien de bermen van de weg op verschillende momenten. Bijvoorbeeld: de ene kant van de weg maaien we in april, de andere kant in juni. Zo blijven er altijd schuilplekken en voedsel voor insecten en kleine zoogdieren.

Op rustige plekken laten we gemaaid gras enige tijd liggen voordat we het ruimen. Zo kunnen zaden in de grond vallen en kleine dieren, die in het maaisel zitten, een nieuwe plek vinden. We maaien de ene maand het ene gedeelte, de andere maand het andere gedeelte. Zo blijven er schuilplekken en voedsel voor insecten en kleine zoogdieren over.

In het voorjaar maaien we niet langs het water. Hier laten we minstens de eerste meter langs het water staan. Hierdoor hebben insecten en kleine zoogdieren een schuilplek. Daarnaast is dit de plek waar in het voorjaar veel watervogels broeden. Deze stroken vlak langs het water maaien we pas later in het jaar.

Sinusmaaien is een speciale manier van maaien die we meestal op grotere velden gebruiken. Bij sinusmaaien maaien we op verschillende momenten in slingerende banen en laten delen van het gras staan. Zo blijft er altijd eten en een schuilplek voor insecten en vogels. Dit helpt de natuur en zorgt voor meer verschillende planten en dieren.

Op sommige velden maaien we niet, maar doen de schapen het werk voor ons. De schapen eten het gras en verspreiden zaden via hun vacht. Dit helpt planten op verschillende plekken te groeien. De schapen grazen op deze plekken:

• Bermen langs de Westtangent en Krusemanlaan in Heerhugowaard
• De geluidswal langs de N242
• De natuurzone langs het kanaal Alkmaar-Kolhorn in Broekhorn
• Westelijke Randweg bij De Binding in Zuid-Scharwoude tot Grootoort in Broek op Langedijk

Rond bomen maaien we een cirkel van ongeveer 50 centimeter niet. Hierdoor raakt de boom niet beschadigd. Op deze manier houden we hier voldoende schuilplekken en voedsel voor insecten en kleine zoogdieren.

Langs obstakels zoals bankjes, lichtmasten en hekken maaien we wel. Zo blijven ze bereikbaar.

Heeft u een vraag of melding over het maaien? Laat het ons weten via Fixi(Verwijst naar een externe website).